Je inkomsten en uitgaven zijn niet elke maand gelijk.
Een vakantiebaantje heb je in de zomer. En met carnaval of kerst geef je juist meer uit.
Hoe verwerk je dit in een begroting?

Er zijn twee manieren:

  • Maak voor iedere maand apart een overzicht van de inkomsten en uitgaven.
    Voordeel is dat je precies weet wat je in die maand hebt binnengekregen en uitgegeven. Je kunt maanden met elkaar vergelijken en zien wat bijvoorbeeld een ‘dure’ maand is waarin je veel uitgeeft.

  • Maak een gemiddelde begroting.
    Reken hiervoor al je uitgaven en inkomsten om naar een gemiddeld bedrag per maand. Deel bijvoorbeeld het geld van je vakantiebaantje door 12. Een gemiddelde begroting laat zien of je over het hele jaar uitkomt. Je kunt met anderen vergelijken of het veel of weinig is. Ook kun je dit bedrag gebruiken als houvast om te plannen met je geld. Verwacht je bijvoorbeeld dat je minder gaat verdienen? Of wil je iets duurs kopen? Dan kun je met een gemiddelde begroting zien of dat gaat lukken. 

Op de website van het nibud vind je meer informatie over het maken van een begroting